Old English Sheepdog
|

|
Informatie
|
|
Herkomst
|
Dit ras, ook wel Bobtail genaamd, is afkomstig uit het zuidwesten van Engeland. Vermoedelijk is het ontstaan uit kruisingen met de Russische Owcharki en de Poolse Owczarek Nizinny. De Old English Sheepdog is voor uitsterven behoed omdat hij ontdekt werd als showhond.
|
Algemeen voorkomen
|
Een vierkant gebouwde hond die stevig en gespierd is. Door de overvloedige beharing is dat een beetje moeilijk te zien. Hij is iets overbouwd, d.w.z. de achterhand is iets hoger dan de schoften. De staart wordt gecoupeerd.
|
Schofthoogte
|
reuen 61 cm en hoger; teven 56 cm en hoger
|
Gewicht
|
30 kg of meer
|
Vacht
|
De ondervacht is waterdicht; de vacht is ruig en hard zonder te krullen. De kleur mag elke tint blauw, grauw of grijs met wit zijn.
|
Gebruik
|
Aanvankelijk als veedrijver. Op den duur verdrongen door meer efficiƫnte rassen als de Bearded Collie en de Border Collie. Tegenwoordig gezinshond.
|
Gezondheid
|
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie en de aanwezigheid van erfelijke oogafwijkingen.
|
Aard
|
Luistert goed, niet bijzonder waaks, intelligent, gelijkmatig en betrouwbaar. Onstuimig en speels: de Bobtail heeft van jongs af aan consequente leiding nodig: dan is hij een ideale gezinshond. Hij beschikt over een groot aanpassingsvermogen en is dol op zijn gezin.
|
Bijzonderheden
|
Minstens drie maal per week de ondervacht doorkammen om vervilting te voorkomen. Eenmaal per week borstelen. In de ruitijd is een halve vuilniszak haar na een borstelbeurt niet ongewoon. Als u geen zin of tijd heeft om de vacht te onderhouden, kunt u beter niet aan een Bobtail beginnen.
|
Bron
|
|